LEZEN: Joz. 4:15-24
Wanneer uw kinderen morgen aan hun vader vragen, wat betekenen deze stenen? Dan moet u … laten weten: Op het droge stak de HEERE deze Jordaan over, want de HEERE uw God heeft het water van de Jordaan voor uw ogen doen opdrogen, totdat u overgestoken was, zoals de HEERE, uw God met de Schelfzee gedaan heeft…– Joz. 4:21-23
Voordat het volk verder trekt, moet er nog iets gebeuren. De HEERE geeft namelijk Jozua opdracht om 12 stenen uit de Jordaan te laten nemen, van de plek waar de priesters met de ark hebben gestaan, toen het volk langs hen trok. Die twaalf stenen moeten door twaalf mannen – van elke stam één man – worden meegenomen naar het kamp dat Israël aan de overkant heeft opgeslagen. Uiteindelijk richt Jozua ze als gedenkteken op in Gilgal.
De betekenis ervan is duidelijk: ze moeten dienen tot gedachtenis aan het goddelijke wonder dat zich heeft voltrokken. Het is een getuigenis van Gods werk, dat Hij het water van de Jordaan heeft doen opdrogen, zodat de Israëlieten door het droge de rivier konden overgestoken.
Dat gedenkteken moet, de geslachten door, in Israël blijven getuigen van de grootheid, almacht en trouw van God (vs.7). Het getuigt zelfs richting alle volken van de aarde, dat “de hand van de HEERE sterk is”.
Zo heeft dit gedenkteken niet alleen betekenis voor het volk dat toen de rivier is overgestoken, maar ook voor hun nageslacht dat dit niet heeft meegemaakt, maar voor wie het wonder ook is gebeurd. Zelfs tot in verre nageslachten. Deze gebeurtenis heeft zelfs universele betekenis: alle volken van de aarde moeten dit weten!
Zo is het ook voor ons van geweldige waarde. Ook wij zijn als het nieuwe Israël de Jordaan overgestoken en hebben de opdracht om deze grote daad van de HEERE te gedenken en onze kinderen erin te onderwijzen. Wij kunnen hen die stenen zelf niet aanwijzen, maar Gods openbaring erover is zo levendig en rijk, dat wij erdoor toenemen in de vreze van God en de lof aan Hem. Laten we hierin niet nalatig zijn!
Welke gedenktekens geeft God ons nog meer?
Zingen: Ps. 66:2