LEZEN: Hebr. 4:14-16: … Want wij hebben geen Hogepriester die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden … Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade …
Na indringende woorden klinken er nu woorden van troost en opwekking. De grootheid van Christus wordt opnieuw benadrukt, nu als hogepriester. Hij steekt boven de aardse hogepriesters uit, want hij is niet het aardse maar het hemelse heiligdom binnengegaan. Dat deed Hij na Zijn opstanding en hemelvaart.
Toen ging Hij zitten aan de rechterhand van God de Vader (1:3). Zijn majesteit is die van verheerlijkt mens Die Zoon van God is! In 7:26 wordt zelfs gezegd dat Hij als hogepriester boven de hemelen is verheven (zie ook Ef. 4:26). Jezus heeft dus de hoogst denkbare positie bereikt door Zijn verzoenend lijden en sterven aan het kruis.
De schrijver roept vanuit deze belijdenis op om te blijven vasthouden aan het geloof in deze Jezus Christus als de grote Verzoener en dit ook te blijven belijden. Want Hij is nu in de hemel een barmhartig Hogepriester, die weet heeft van alle verzoekingen en beproevingen die Zijn kerk op aarde doormaakt. Hij kan beslist invoelen wat zwakke broeders in verzoekingen meemaken. In deze verzoekingen wordt je verleid tot afval (3:12) en tot achterblijven (4:1).
Christus is op dezelfde wijze als wij verzocht. Hij was niet zondig (vs.15), maar werd wel verzocht, zelfs onpeilbaar zwaar. Ook met Hem was satan bezig om Hem tot zonde te verleiden, zelfs onder helse omstandigheden. Maar Hij heeft satan weerstaan.
Het meevoelen van Christus werkt uit dat Hij de zijnen nu ook helpt zodat ze uit de verzoeking komen op het juiste tijdstip (vs.16). Hij doet dit in de hemel bij Vader. Met deze troost spoort de schrijver ons aan om nu in geloof in Jezus met vrijmoedigheid tot de troon der genade te komen. Als onze Hogepriester heeft Hij voor ons deze weg geopend. Hij zorgt er nu voor dat God ons op ons gebed barmhartigheid en genade bewijst, en ons op tijd helpt zodat we niet bezwijken in de strijd. Wat een bemoediging voor ons!
Kon Jezus wel bezwijken onder verzoeking?
Zingen: Ps. 123:1