LEZEN: Gal. 5:7-12: … Lieten zij die u opruien zich maar afsnijden …
Voor de komst van de Judaïsten liepen de Galaten zo goed: hun geloofsleven was in overeenstemming met Gods Woord. Maar nu is dat veranderd. Ze laten het Evangelie los, daarom is die leer niet uit Christus maar uit de boze.
Dat is geen overdrijving van Paulus. Het begin van dit verderf lijkt wel klein, maar werkt verwoestend door. Zoals een beetje zuurdeeg (gist) uiteindelijk het hele deeg doorzuurt (vs.9). Dit moesten de Israëlieten al leren bij het vieren van hun bevrijding uit Egypte (vgl. Deut. 16:2-4 en 1 Kor. 5:6).
Ook Johannes waarschuwt zijn lezers: “geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn: want er zijn veel valse profeten in de wereld uit gegaan” (1 Joh. 4:1). Besef daarbij dat ook een aanvankelijk “geringe” afwijking van Gods Woord verschrikkelijke gevolgen kan hebben en vele kerkleden kan doen afvallen van hun Heere.
Voorbeelden zijn er in onze tijd te over. Nog gaat de duivel rond op zoek naar wie hij kan verslinden (1 Petr. 5:9), vaak met mooi klinkende maar misleidende woorden, waarbij men zich voordoet als “dienaars van gerechtigheid” (vgl. 2 Tess. 2:9,10; 2 Kor. 11:13-15).
Paulus vertrouwt erop dat de Heere de Galaten nog zal bewaren bij het evangelie. Wel waarschuwt hij hen dat de misleiders Gods oordeel in het eindgericht niet zullen ontgaan. Want Gods kerk is Zijn oogappel.
In Matt. 18:7 waarschuwde de Heere Jezus: “Wee de wereld vanwege al haar struikelblokken, want het is noodzakelijk dat er struikelblokken komen; maar wee de mens door wie zo’n struikelblok komt.”
De Judaïsten betichten Paulus van onoprechtheid m.b.t. de besnijdenis. Hij liet toch Timotheüs besnijden? Ja, maar Paulus was alleen tegen verkeerd gebruik van de besnijdenis; juist daarom hebben ze hem vervolgd.
De Judaïsten daarentegen dwingen door hun leer de gelovigen zich te besnijden waardoor Christus voor hen tot een struikelblok wordt (1 Kor.1:23).
Paulus zegt daarom: laten ze zichzelf maar afsnijden, ontmannen, om niet meer welkom te zijn in de gemeente (Deut. 23:1).
Waardoor kan Christus een struikelblok zijn?
Zingen: Ps. 17:6,7
