Bijbels Dagboek

LEZEN: Dan. 8: 23-27: … tegen de Vorst der vorsten zal hij opstaan … Vanaf vers 23 geeft de engel een nadere verklaring van vers 9-12 over de meedogenloze koning Antiochus Epifanes IV (175-164 voor Chr.), de voorafschaduwing van de antichrist (2 Tess. 2:4). Hij wordt door God gebruikt om de brede afval in Israël […]

LEZEN: Dan. 8:1-22: … Ik laat u weten wat er zal gebeuren … Het is twee jaar later, als Daniël opnieuw een visioen krijgt. Dit visioen sluit aan bij het voorgaande van hoofdstuk 7. Het is een soort uitvergroting van een deel van dat visioen.  Weer laat de Heere zien hoe in de geschiedenis Zijn

LEZEN: Dan. 7: 15-28: … bepaalde tijden en de wet te veranderen … Daniël is erg verschrikt door deze beelden. Hij stelt een vraag aan één van de engelen. Deze vertelt van de vier koninkrijken die op de aarde gevestigd zijn. Maar er is geen reden tot angst, want zij vergaan door het oordeel van

LEZEN: Dan. 7: 9-14: … Ook de rest … ontnam men hun heerschappij …  Zijn koningschap zal niet te gronde gaan. Voordat Daniël de uitleg en het vervolg hoort van wat hij gezien heeft, ziet hij eerst iets totaal anders dan de beesten in de volkerenzee. Hij ziet iets wat ook Johannes in de visioenen

LEZEN: Dan. 7:1-8: … een leeuw … beer … luipaard … tien hoorns Vanaf hoofdstuk 7 komt een vervolg van de profetische gezichten. Was het in hoofdstuk 2 de uitleg van Nebukadnezars droom, nu krijgt Daniël zelf visoenen die daarop aansluiten. Het is inmiddels het eerste jaar van Belsazar, zijn naam betekent: Bel (afgod) bescherm

LEZEN: Dan. 6:19-29: … Hij verlost en redt  … doet .. wonderen … Koning Darius vindt het verschrikkelijk om zijn wijze trouwe dienaar Daniël in de leeuwenkuil te moeten werpen. Terwijl Daniël zijn God gehoorzaam blijft tot in de dood, onderwerpt Darius zich aan zijn eigen wet en voert hij het vonnis over zijn dienaar

LEZEN: Dan. 6:11-18: … op drie tijdstippen per dag doet hij zijn gebed Het gaat niet om de strijd tussen mensen van vlees en bloed. Hoe direct ook het leven van Daniël wordt bedreigd, de werkelijke strijd is een geestelijke strijd tussen vrouwenzaad en slangenzaad. Wat staat hier op het spel? Wat zal er gebeuren

LEZEN: Dan. 6:1-10 … daarop tekende  … Darius het bevelschrift …. De ballingschap is een donkere tijd. Gods volk is verstoken van de geregelde eredienst in de tempel. Men leeft in een heidense, goddeloze wereld, waarin de dienst aan afgoden wordt afgedwongen en de koning zich een god voelt. Maar in het handelen van Daniël

LEZEN: Dan. 5:25-30: … u bent te licht bevonden … Daniël legt de tekst uit: “mene” is geteld, dat wil zeggen: God heeft de dagen van uw koningschap geteld en heeft er een einde aan gemaakt. Met twee keer “mene” wordt dit onderstreept. God die de tijd bepaalt, die alle wegen en daden beschikt, die

LEZEN: Dan. 5:12-24: … u hebt uw hart niet vernederd Daniël wordt gevraagd het teken op de muur en het schrift te verklaren. Maar eerst wijst hij koning Belsazar op zijn verschrikkelijke zonde van hoogmoedige verheffing tegen de HEERE. Belsazar staat extra schuldig, omdat hij gewaarschuwd is als verwant van Nebukadnezar. Hij weet toch hoe