Bijbels Dagboek

LEZEN: Gal. 6:9,10: … Laten wij niet moe worden goed te doen …  Goed doen aan je naaste. Dat vraagt een geestelijke houding waarin de Geest kan werken. Het vraagt strijd met jezelf, met je eigen ik. Je moet daarvoor vaak iets overwinnen bij jezelf: een opoffering, extra inzet. De vraag daarbij is ook: waarom […]

LEZEN: Gal. 6:7,8: … wat de mens zaait, zal hij ook oogsten … Dwaal niet; God laat niet met Zich spotten! Dit zijn woorden aan de gemeenten van Jezus Christus van Galatië in de tijd van Paulus. Woorden die ook voor ons bestemd zijn! Paulus vindt het als apostel van Christus nodig deze scherpe woorden

LEZEN: Gal. 6: 3-6: … laat ieder zijn eigen werk beproeven … Laat niemand zich superieur voelen, alsof hij beter en belangrijker is dan de ander. Niemand is zijn eigen norm, niemand is geroepen om de ander te veroordelen. Het is van het grootste belang dat je jezelf toetst aan Gods Woord. Niet oppervlakkig maar

LEZEN: Gal. 6:1,2: … Draagt elkaars lasten … Paulus spreekt de gemeente nu aan met woorden van broederlijk vermaan: broeders! De kerk is immers Gods huisgezin, waarbinnen we op elkaar betrokken zijn om samen in de eenheid van het ware geloof de gemeenschap der heiligen te tonen. Bij de onderlinge omgang hoort dan zachtmoedigheid, ook

LEZEN: Gal. 5:24-26: … Wie van Christus zijn … gekruisigd … De vruchten van de Geest zijn niet op wettische wijze te verkrijgen. Het zijn ook geen idealen die toch niet in deze wereld te bereiken zijn. Ze volgen op het gebed om de kracht en de leiding van de Heilige Geest. Dan kan er in

LEZEN: Gal. 5:19-23: Het is bekend wat de werken van het vlees zijn … wie zulke dingen doen, het koninkrijk van God niet zullen beërven … De vrucht van de Geest … daartegen richt de wet zich niet.  Tegenover “onder de wet” zijn staat niet “zonder wet” zijn, maar “door de Geest” wandelen. Tegenover “werken

LEZEN: Gal. 5:13-18: … Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in … niet onder de wet. De dankbaarheid om uit genade in Christus een vrij kind van God te mogen zijn, betekent zeker niet dat de wet geen rol meer speelt. De wet heeft wel degelijk een

LEZEN: Gal. 5:7-12: … Lieten zij die u opruien zich maar afsnijden … Voor de komst van de Judaïsten liepen de Galaten zo goed: hun geloofsleven was in overeenstemming met Gods Woord. Maar nu is dat veranderd. Ze laten het Evangelie los, daarom is die leer niet uit Christus maar uit de boze. Dat is

LEZEN: Gal. 5:1-6: Sta dan vast in de vrijheid …U bent van Christus los geraakt … uit de genade gevallen … het geloof dat door de liefde werkzaam is … Paulus benoemt vanuit Gods Woord de zaken waarom het gaat, wat er op het spel staat en wat de enige juiste weg is voor de

LEZEN: Gal. 4:26-31:  … Jaag de slavin en haar zoon weg … wij zijn geen kinderen van de slavin, maar van de vrije. Paulus spreekt niet over het nieuwe Jeruzalem dat nog moet komen maar over het Jeruzalem dat al hemels is: daar waar Christus is op Zijn troon als Hoofd van Zijn kerk. In